Maar liefst 61,3 procent van de 1610 personen die onze enquête over de schoolvakanties invulden, verkiest de nieuwe Franstalige schoolkalender. Na de wetenschappelijke consensus zijn nu ook de ouders, leerkrachten, leerlingen en organisatoren van vrijetijdsinitiatieven gewonnen voor een kortere zomervakantie en een schooljaar met lesblokken van 7 à 8 weken, telkens afgewisseld met 2 weken rust. Minister Weyts, waar wacht u op?
Grote voorkeur voor gelijkmatige indeling schooljaar
Zowel Franstaligen als Nederlandstaligen verkiezen het Franstalige schoolritme voornamelijk omwille van de gelijkmatigere indeling van het schooljaar (58,05 procent) en de langere rustperiodes tussen de lesblokken (20,16 procent). Het nieuwe Franstalige schoolritme omvat immers niet enkel een kortere vakantie, ze vertrekt bovenal vanuit het principe dat lesblokken van 7 à 8 weken steevast afgewisseld worden met 2 weken verlof. Het verhaal dat leerkrachten hun heilige zomervakantie van 2 maanden niet willen laten inkorten is dankzij de enquête ook ontkracht. 68,3 procent van de Nederlandstalige leerkrachten is voorstander van het Franstalige schoolritme, net als 62,54 procent van de Franstalige leerkrachten.
Leerkracht getuigt
Een Franstalige leerkracht getuigde via de enquête over de positieve effecten van de gelijkmatigere indeling van het schooljaar:
- Al 15 jaar merk ik hoezeer leerlingen na 7 weken les nood hebben aan tijd om uit te rusten, te spelen.. Eindelijk krijgen ze die tijd nu.
- Pas na 2 weken verlof zijn leerlingen echt uitgerust.
- Als leerkracht kan ik 2 weken verlof ideaal gebruiken: de 1ste week als volwaardige rusttijd, de 2de week als voorbereidingstijd voor mijn lessen. Zo sta ik uitgeruster en beter voorbereid voor de klas.
- Tijdens 2 weken verlof vergeet ik eventuele conflicten met leerlingen. Na die 2 weken sta ik weer minder ‘bevooroordeeld’ voor de klas.
- Het klopt dat we in mei amper les kunnen geven door de lentevakantie en de verschillende feestdagen, maar langs de andere kant hebben we dit schooljaar wel ononderbroken les gegeven tussen Carnaval en Pasen. Die lesperiode was dan ook veel productiever dan in de vorige jaren.
Mooi weer en gewoonte
Wie toch het Nederlandstalige schoolritme verkiest, doet dat voornamelijk omwille van de langere zomervakantie, bijvoorbeeld omdat het fijner is om vrij te zijn als het mooi weer is of omdat heel lange reizen dan mogelijk zijn (33,68%) of uit gewoonte (13,72%). Andere redenen zijn een voorkeur voor een lentevakantie die samenvalt met Pasen, verontwaardiging dat Franstalig België zonder ‘toestemming’ van Vlaanderen een nieuw schoolritme heeft ingevoerd… Allemaal zijn dat begrijpbare redenen, maar ze houden geen rekening met de echte noden van leerlingen en leerkrachten. Noden waarop schoolvakanties primair moeten inspelen.
Massale oproep voor samenvallende schoolvakanties
Los van het specifieke schoolritme, vraagt 88,7 procent van alle respondenten dat de schoolvakanties in heel het land weer samenvallen. 67,95 procent ervaart immers zeer concrete problemen nu dat niet meer het geval is. Tal van families kunnen niet meer samen hun vakantietijd doorbrengen, omdat de kinderen bijvoorbeeld naar het Nederlandstalig onderwijs gaan, terwijl de ouders lesgeven in het Franstalig onderwijs of omgekeerd. Dat leidt ertoe dat sommige leerlingen, met name kleuters, toch onwettig afwezig zijn wanneer de andere gezinsleden verlof hebben. Ook in het volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs, sportclubs… zijn er meer afwezigheden wanneer er een schoolvakantie is in de andere taalgemeenschap. Bovendien signaleren enkele Vlaamse leerkrachten uit immersiescholen in de Franse gemeenschap dat ze terug zullen keren naar Vlaanderen; zodat ze opnieuw dezelfde vakantie hebben als hun kinderen. Misschien een goede zaak voor het lerarentekort in Vlaanderen, maar wilden we niet allemaal – en de N-VA op kop – dat Franstalige Belgen beter Nederlands zouden spreken?
Minister Weyts, kom in actie
Tot slot maakt deze enquête duidelijk dat ook in de Vlaams gemeenschap de indeling van het schooljaar wel degelijk een actueel onderwerp is. 40,4 procent van alle respondenten zijn Nederlandstalig en 30 procent van alle Franstalige respondenten woont in Vlaanderen, wellicht in de Vlaamse rand. 40 procent van iedereen die de enquête heeft ingevuld, los van de moedertaal of woonplaats, is betrokken bij het Nederlandstalig onderwijs. Ben Weyts is als Vlaams minister bevoegd voor alle mensen die achter deze percentages schuilgaan. Met mijn collega-schepenen van Onderwijs in Brussel Ans Persoons, Elke Roex, Lydia Desloover en onze Vlaamse fractieleidster Hannelore Goeman vraag ik dan ook met aandrang aan de Minister om het Franstalige schoolritme ook in Vlaanderen door te voeren. Na alle wetenschappelijke conclusies, is de bevolking nu zelf immers ook overtuigd van deze schoolkalender. Tijd om in actie te komen, meneer de Minister!